De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) helpt mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te wonen en betrokken te blijven bij de samenleving. Voor veel cliënten én zorgprofessionals is het een belangrijke regeling die zorgt voor passende hulp en ondersteuning.
Wat valt onder Wmo-ondersteuning?
De Wmo is bedoeld voor iedereen die door een beperking, ziekte of ouderdom ondersteuning nodig heeft in het dagelijks leven. Denk hierbij aan:
-
Hulp bij het huishouden
-
Begeleiding of dagbesteding
-
Vervoer in de regio
-
Aanpassingen in huis (bijvoorbeeld een traplift)
-
Ondersteuning voor mantelzorgers
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo. Zij bekijken samen met de cliënt welke ondersteuning het beste past bij de persoonlijke situatie.
Wat betekent dit voor cliënten?
Voor cliënten biedt Wmo-ondersteuning de mogelijkheid om de regie over hun leven te houden en actief mee te blijven doen in de maatschappij. Een aanvraag start meestal met een gesprek bij de gemeente. Hierin wordt gekeken naar de behoeften, maar ook naar wat iemand zelf of met hulp uit zijn omgeving kan oplossen. Als professionele zorg nodig is, kan dat worden geregeld via zorg in natura of een Persoonsgebonden Budget (PGB).
Wat betekent dit voor zorgprofessionals?
Voor zorgprofessionals is de Wmo een belangrijke schakel in het leveren van passende zorg. Het vraagt om nauwe samenwerking met gemeenten en cliënten, waarbij maatwerk en persoonlijke afstemming centraal staan. Professionals spelen een cruciale rol in het signaleren van behoeften, het ondersteunen bij de aanvraag en het bieden van kwalitatieve zorg.
Samenwerken voor betere zorg
De kracht van Wmo-ondersteuning zit in samenwerking: tussen cliënt, mantelzorgers, gemeente en zorgprofessionals. Door deze samenwerking sluit zorg beter aan bij de wensen en het dagelijks leven van cliënten.